Opname van de Gemeente?

De opneming of opname van de gemeente, ook wel kortweg ‘de opname’ (Engels: rapture) genoemd, is een toekomstige, door de Bijbel (Johannes 14:1-4) voorspelde gebeurtenis, waarbij christenen in de hele wereld in een oogwenk door Christus van de aardbodem zullen worden weggehaald en met Hem worden gezet in de hemel. Zij zullen met Christus naar de hemel gaan of, zoals sommigen geloven, Hem tegemoet gaan in de lucht en daarna met Hem op aarde wederkeren (wederkomst).
De belangrijkste groep die in de opname geloven zijn evangelische en charismatische kringen, de Vergadering van gelovigen en de baptisten. Er zijn binnen het christendom wel verschillende opvattingen over de opname. Er wordt o.a. verschillend gedacht over het tijdstip (voor, tijdens of na de ‘grote verdrukking’).
Volgens sommige christenen wordt de opname niet duidelijk genoeg in de Bijbel beschreven. Hierdoor zou de opname niet geloofwaardig zijn.

Bijbelse basis van de Opname
Degenen die de leer van de opname aanhangen, beroepen zich op de volgende teksten:

1 Korinthe 15:51-54
(51) Ziet, ik zeg u een verborgenheid: wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden; (52) In een punt des [tijds], in een ogenblik, met de laatste bazuin; want de bazuin zal slaan, en de doden zullen onverderfelijk opgewekt worden, en wij zullen veranderd worden. (53) Want dit verderfelijke moet onverderfelijkheid aandoen, en dit sterfelijke [moet] onsterfelijkheid aandoen. (54) En wanneer dit verderfelijke zal onverderfelijkheid aangedaan hebben, en dit sterfelijke zal onsterfelijkheid aangedaan hebben, alsdan zal het woord geschieden, dat geschreven is: De dood is verslonden tot overwinning.

Matthéüs 24: 40-44 (onterecht)
(40) Alsdan zullen er twee op den akker zijn, de een zal aangenomen, en de ander zal verlaten worden. (41) Er zullen twee [vrouwen] malen in den molen, de ene zal aangenomen, en de andere zal verlaten worden. (42) Waakt dan; want gij weet niet, in welke ure uw Heere komen zal. (43) Maar weet dit, dat zo de heer des huizes geweten had, in welke nachtwake de dief komen zou, hij zou gewaakt hebben, en zou zijn huis niet hebben laten doorgraven. (44) Daarom, zijt ook gij bereid; want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen.

1 Thessalonicenzen 4:15-17
(15) Want dat zeggen wij u door het Woord des Heeren, dat wij, die levend overblijven zullen tot de toekomst des Heeren, niet zullen voorkomen degenen, die ontslapen zijn. (16) Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan; (17) Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen.

Jesaja 57:1-2
(1) De rechtvaardige komt om, en er is niemand, die het ter harte neemt; en de weldadige lieden worden weggeraapt, zonder dat er iemand op let, dat de rechtvaardige weggeraapt wordt voor het kwaad. (2) Hij zal ingaan [in] den vrede; zij zullen rusten op hun slaapsteden, een iegelijk, die [in] zijn oprechtheid gewandeld heeft.

In Johannes wordt in de volgende verzen de reden van de opname en de opname zelf beschreven:

(Johannes 17:24) Vader, Ik wil, dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij Mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt; want Gij hebt Mij liefgehad, voor de grondlegging der wereld.

(Johannes 14:1-4) Uw hart worde niet ontroerd; gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij. (2) In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. (3) En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn, en u plaats zal bereid hebben, zo kome Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt, waar Ik ben. (4) En waar Ik heenga, weet gij, en den weg weet gij.

Er bestaat vandaag de dag nog steeds veel onenigheid over het tijdstip van de opname. Zo zijn er mensen die geloven dat de opname zal plaatsvinden vóór, halverwege en na de Grote Verdrukking. Het precieze tijdstip van de opname van de Gemeente staat niet in de Bijbel. Er staat in Mattheus 24:36: “Doch van dien dag en die ure weet niemand, ook niet de engelen der hemelen, dan Mijn Vader alleen.”
Dus zelfs Jezus weet niet wanneer het moment is, alleen God de Vader. Vele christenen geloven wel dat het moment nabij is, vanwege de vele tekenen die duiden op de eindtijd, zoals natuurrampen, oorlogen en geweld.

Mensen die geloven dat de opname vóór de Grote Verdrukking zal plaatsvinden, denken dat ze, gedurende de zeven jaar van de zeventigste week van Daniël, met Hem gezet zullen worden in de hemel en dat ze daar onderwezen zullen worden. Na die zeven jaren volgt de Wederkomst van Christus met Zijn Gemeente. Argumenten voor deze opvatting staan bijvoorbeeld in Openbaring 3:10 en Johannes 14:1-3. Deze opvatting wordt met name door aanhangers van de bedelingenleer verkondigd. En de belangrijkste reden hiervoor is het geloof in een apart programma voor Israël en de Gemeente.

De Gemeente wordt weggerukt voor de zeventigste week van Daniël, voor de mens der wetteloosheid geopenbaard wordt, voor de Grote Verdrukking in alle hevigheid losbarst en voordat die vreselijke dag des Heeren komt, want:
1Thess 5:9 Want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot verkrijging der zaligheid, door onzen Heere Jezus Christus.

En daarom:
2 Petrus 2:9 weet de Heere de godzaligen uit de verzoeking te verlossen, en de onrechtvaardigen te bewaren tot den dag des oordeels, om gestraft te worden;

Volgens vers 24 van Daniël 9, zal Israël zich aan het eind van deze zeventigste week bekeerd hebben en zal de wederkomst van Christus plaatshebben. De Grote Verdrukking zal dan dus voor Israël zich afspelen gedurende de tweede helft van die week, oftewel na 3,5 jaar (of 42 maanden of 1260 dagen).

Mensen die geloven in de Opname tijdens de Grote Verdrukking, gebruiken de chronologische volgorde gegeven in 2 Thessalonicenzen 2:1-3. Hierin staat de volgende volgorde:

  1. Geloofsafvalligheid;
  2. De onthulling van de Antichrist;
  3. De dag des HEEREN.

Ze geloven dat de Antichrist pas onthuld zal worden als de “gruwel der verwoesting” (Mattheüs 24:15) plaatsvindt. Dit zal in het midden van de Grote Verdrukking zijn. Ook maken aanhangers van deze opvatting gebruik van Daniel 7:25, waarin staat dat de Antichrist voor 3,5 jaar zal heersen over de “heiligen”. Ze geloven dat dit over de eerste helft van de Grote Verdrukking gaat en dat met de heiligen de kerk wordt bedoeld. Ook geloven ze dat de dag des HEEREN de Opname is en dat daardoor de kerk pas opgenomen zal worden als de Antichrist is onthuld.

De theorie dat de opname van de Gemeente na de grote verdrukking zal plaatsvinden, gaat er vanuit dat christenen tijdens de laatste week van Daniël nog op aarde zijn, dus ook nog in de laatste 3,5 jaar. Pas als de Heer wederkomt zal de Gemeente worden opgenomen in de lucht om daarna direct met Hem weder te keren naar de aarde, vlak voor de strijd van Armageddon. Teksten die hiervoor worden aangehaald zijn: Jesaja 2:21-22, Openbaring 20:4-5 en Openbaring 6:16.