Wat gebeurt er met de mens als de Heer is teruggekomen? Dit is een vraag die al eeuwenlang onbeantwoord is gebleven. Er zijn verschillende opvattingen over wie eeuwig leven ontvangen en wie niet. Of worden we uiteindelijk allemaal behouden? Dat laatste is de opvatting van de alverzoeningsleer.
De leer van de alverzoening of het universalisme gaat ervan uit dat alle mensen uiteindelijk gered zullen worden. Dat wil zeggen verzoend zullen worden met God, zij het voor sommigen na een periode van straf. De basisgedachte van de leer stamt uit de tijd van de kerkelijke schrijver Origenes (184 – 253 na Christus).
Het universalisme werd in de zesde eeuw door de Kerk verboden. Opvallend is dat er tijdens de Reformatie, toen alle dogma’s tegen het licht werden gehouden, blijkbaar geen enkele reformator twijfelde aan het bestaan van een eeuwigdurende hel. Pas in de achttiende eeuw beleefde het universalisme een grote opleving. Men trok openlijk de bewering van orthodoxe christenen in twijfel dat hun ontkenning van de (eeuwige) hel gebaseerd zou zijn op een soort wensdenken en verdacht de orthodoxe christenen er juist van dat hun liefde tot God niet werkelijke liefde kon zijn, omdat deze gebaseerd is op angst (voor een straffende God). In de 21e eeuw heeft de leer nog steeds een grote aantrekkingskracht en wint aan populariteit, onder andere door de doctrine “God is liefde” en het steeds impopulairder worden van een hel; de plaats waar mensen eeuwig zouden branden.
Veel mensen kunnen en willen niet geloven in een God die mensen voor eeuwig verloren laat gaan. De gedachte is vaak: Als God liefde is, hoe kan Hij dan toestaan dat mensen eeuwig zullen branden in de hel. Hoe kan een liefdevol God Zijn eigen schepselen voor eeuwig verloren laten gaan. Zo wordt ook steeds meer op een menselijke manier over het lijden van Christus gesproken: Hoe kan een liefdevolle Vader Zijn Zoon zo laten lijden aan het kruis en Hem dan ook nog eens drie uur lang verlaten?
De zinsnede “God is liefde” is vanuit de vele bewegingen die de liefde in de wereld centraal willen stellen ook binnen het christendom populair geworden. In de bijbel komt de zinsnede twee keer voor (1 Johannes 4:8 en 16). Beide keren in relatie tot het zenden van zijn Zoon.
De eerste bijbeltekst die de aanhangers van de leer vaak noemen is 1 Timotheüs 2:4. Uit dit vers concluderen zij dat God uiteindelijk alle mensen zalig zal maken.
1 Timótheüs 2:3,4 3 Want dat is goed en aangenaam voor God, onzen Zaligmaker; 4 Welke wil, dat alle mensen zalig worden, en tot kennis der waarheid komen.
Critici beweren vervolgens dat wat God wil, niet ook daadwerkelijk hoeft te gebeuren. Dat ‘willen’ een verlangend karakter (“Ik wil dat het morgen mooi weer is”) en een meer dwingend (“Ik wil dat je hier mee stopt”) kan hebben, wordt volgens hen genegeerd. Zo wil een partijleider van een politieke partij dat iedere Nederlander op zijn partij stemt, maar helaas voor hem, neemt zijn wil niet de vrije keuze van de mens weg. De hele Bijbel door geeft God blijk van het feit dat hij de mens een vrije keus heeft gegeven. We hebben te maken met een heilige én liefdevolle God, die aan de ene kant volkomen heilig is en geen gemeenschap kan hebben met de zondige mens, maar aan de andere kant vol liefde is en er alles voor over heeft om deze zondige mens in zijn nabijheid te hebben.
Jezus benoemt deze vrije keus ook in Matthéüs 23:37.
Matthéüs 23:37 Jeruzalem, Jeruzalem! gij, die de profeten doodt, en stenigt, die tot u gezonden zijn! hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens bijeenvergadert onder de vleugels; en gijlieden hebt niet gewild.
Alverzoenisten beweren ook op grond van het vers Johannes 12:32, waar staat “En Ik, zo wanneer Ik van de aarde zal verhoogd zijn, zal hen allen tot Mij trekken“, dat alle mensen dus behouden zullen worden.
Tegenstanders weerleggen dit door te zeggen dat het heil dat God aanbiedt door de mens aangenomen moet worden. Alleen zij die geloven in Christus worden gerechtvaardigd en ontvangen het eeuwige leven. Weliswaar leed en stierf de Heer voor allen, maar Hij leeft alleen voor de in Hem uitverkoren gelovigen. Het ‘loon’ van de zonde is de dood. Dit wordt onderbouwd door de volgende teksten:
- (Romeinen 5:1) Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God, door onzen Heere Jezus Christus)
- (Johannes 3:16) Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.
- (Johannes 3:18) Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld, dewijl hij niet heeft geloofd in den Naam des eniggeboren Zoons van God.
- (Handelingen 4:12) En de zaligheid is in geen Anderen; want er is ook onder den hemel geen andere Naam, Die onder de mensen gegeven is, door Welken wij moeten zalig worden.
Ondanks dat de alverzoening wereldwijd steeds populairder wordt, zijn er niet veel kerken of stichtingen te vinden die de alverzoeningsleer aanhangen. Enkele voorbeelden zijn:
- Kerkgenootschap Eben-Haëzer (Rotterdam)
- Stichting GoedBericht
Tegenstanders zijn onder andere:
- Stichting Het Morgenrood
- Nederlands Bijbelstudie Centrum
- Jaap Fijnvandraat
- Stichting Promise
- dr. Willem Ouweneel
Varianten op de opvatting dat het uiteindelijk met ieder mens wel goed komt, vindt men ook bij de meeste oosterse godsdiensten.
Al met al lijkt het soms dat Bijbelteksten elkaar tegenspreken als het om het behoud van de wereld gaat. Aan de ene kant zien we het verlangen van God die wil dat alle mensen behouden worden en het heil ook aan alle mensen aanbiedt, maar aan de andere kant zien we ook dat velen het heil afwijzen. Het verschil tussen beide opvattingen zit in een mogelijke verzoening voor alle mensen (nadruk op een rechtvaardig God), of de vanzelfsprekende verzoening van alle mensen (nadruk op een liefdevolle God).