De toorn van God

Ieder mens moet uiteindelijk tegenover de Allerhoogste verantwoording afleggen over zijn leven. De in het vlees geboren mens (gestorven of levend) zal het oordeel Gods niet ontvlieden. Dat komt echter niet in deze tijd, want God demonstreert zijn toorn nu niet. God is al 2000 jaar lankmoedig en verdraagzaam. Hij geeft de mens voortdurend de gelegenheid zich te bekeren en tot geloof te komen in de Heer. God’s genade, die in Christus ontvangen is, doet de gelovige wedergeboren worden tot nieuwe schepping in Christus. Alleen om die reden komt een gelovige – een lid van de Gemeente – niet in het oordeel!

Deze boodschap is “kracht Gods tot zaligheid” en destemeer reden om tot geloof te komen. Aanvaard Zijn genade in Christus, want wie het afwijst zal de toorn van God niet ontvlieden.

De PDF op deze pagina is een weergave van de studie die via Stichting Vlichthus te downloaden is. Er is via, Vlichthus.nl, ook een hardcopy van de studie te bestellen. Wij danken Vlichthus voor hun werk.

(Rom 2:1-11) Daarom zijt gij niet te verontschuldigen, o mens, wie gij zijt, die anderen oordeelt; want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelven; want gij, die anderen oordeelt, doet dezelfde dingen. (2) En wij weten, dat het oordeel Gods naar waarheid is, over degenen, die zulke dingen doen. (3) En denkt gij dit, o mens, die oordeelt dengenen, die zulke dingen doen, en dezelve doet, dat gij het oordeel Gods zult ontvlieden? (4) Of veracht gij den rijkdom Zijner goedertierenheid, en verdraagzaamheid, en lankmoedigheid, niet wetende, dat de goedertierenheid Gods u tot bekering leidt? (5) Maar naar uw hardigheid, en onbekeerlijk hart, vergadert gij uzelven toorn als een schat, in den dag des toorns, en der openbaring van het rechtvaardig oordeel Gods. (6) Welke een iegelijk vergelden zal naar zijn werken; (7) Dengenen wel, die met volharding in goeddoen, heerlijkheid, en eer, en onverderfelijkheid zoeken, het eeuwige leven; (8) Maar dengenen, die twistgierig zijn, en die der waarheid ongehoorzaam, doch der ongerechtigheid gehoorzaam zijn, zal verbolgenheid en toorn vergolden worden; (9) Verdrukking en benauwdheid over alle ziel des mensen, die het kwade werkt, eerst van den Jood, en ook van den Griek; (10) Maar heerlijkheid, en eer, en vrede een iegelijk, die het goede werkt, eerst den Jood, en ook den Griek. (11) Want er is geen aanneming des persoons bij God.